Vuurzwamveervleugelkevers
Vuurzwam
veervleugel
kevers
In het boek The Mushroom at the End of the World. On the Possibility of Life in Capitalist Ruins, waarin de matsutakepaddenstoel een mooi voorbeeld is van leven opgevat als relaties tussen soorten, wijst de Amerikaanse antropoloog Anna Lowenhaupt Tsing nadrukkelijk op de behoefte aan verhalen: ‘verstrengelingen tussen de soorten, die ooit iets uit fabels leken, [zijn] nu het onderwerp van serieuze discussie tussen biologen en ecologen; zij tonen aan dat er zonder interactie tussen allerlei wezens geen leven mogelijk is. […] De tijd is rijp om waargebeurde verhalen te vertellen op een manier die verder reikt dan de eerste beginselen van beschaving. […] dergelijke verhalen kunnen zowel waar als fabelachtig zijn.’[1] Aandachtig luisteren naar de dingen en hun verhaal vertellen kan bijdragen tot inzichten die we nodig hebben.[2]
Een dergelijke houding herkent Tsing onder meer bij de kunstenaar John Cage.[3] In de tekst Music Lovers’ Field Companion beschrijft Cage zijn ‘luisteren’: ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat men veel over muziek kan leren door zich aan de paddenstoel te wijden. […] Om te beginnen stel ik voor te bepalen welke geluiden de groei van welke paddenstoelen bevorderen; of deze laatste inderdaad zelf geluiden maken; of de plaatjes van bepaalde paddenstoelen door geschikte kleinvleugelige insecten worden gebruikt voor de productie van pizzicati en de buizen van de Boleti door minuscule ingravende insecten als blaasinstrumenten; of de sporen, die in grootte en vorm buitengewoon verscheiden en in aantal ontelbaar zijn, bij het neerkomen op de aarde geen gamelan-achtige sonoriteiten voortbrengen; en ten slotte, of al deze ondernemende activiteit, waarvan ik vermoed dat ze op een verfijnde manier bestaat, niet met technologische middelen versterkt en uitvergroot in onze theaters zou kunnen worden gebracht, met als nettoresultaat dat onze opvoeringen interessanter worden.’[4]